Overlijden
Aangifte overlijden
Van elk overlijden moet zo spoedig mogelijk aangifte gedaan worden bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente waar het overlijden plaatsvond. Bij een overlijden is het noodzakelijk een arts te verwittigen. De arts vult een formulier (model IIIC) in om het overlijden vast te stellen. Indien het overlijden verdacht of gewelddadig lijkt, verwittigt men ook de politie.
De aangifte gebeurt hetzij door een familielid, hetzij door een begrafenisondernemer. Voor de aangifte moet je de volgende papieren meebrengen:
– doktersattest model III C
– identiteitskaart van de overledene
– rijbewijs van de overledene
– eventueel huwelijksboekje
– identiteitskaart van de aangever
Overlijdensakte
De nabestaanden kunnen persoonlijk een uittreksel afhalen. Degene die het overlijden aangeeft, krijgt de nodige attesten (toelating tot begraven, uittreksels uit de overlijdensakte, toelating tot vervoer) mee. Dit is meestal de begrafenisondernemer. Deze zal de uittreksels aan de nabestaanden bezorgen.
Laatste wilsbeschikking inzake teraardebestelling
Je kan tijdens je leven een schriftelijke wilsbeschikking afleggen waarin je bepaalt op welke manier je stoffelijk overschot ter aarde besteld zal worden. Je kan kiezen voor de wijze van teraardebestelling en eventueel het ritueel van de uitvaartplechtigheid volgens je persoonlijke geloofsovertuiging.
Iedereen vanaf de leeftijd van 16 jaar kan de wilsverklaring afleggen op de dienst burgerlijke stand. De verklaring moet persoonlijk en schriftelijk vastgelegd worden.Na het afleggen en ondertekenen van je wilsverklaring wordt deze geregistreerd in het rijksregister. Je krijgt hiervan een bewijs thuisgestuurd.
Onderhoud grafzerk
De nabestaanden moeten een grafzerk onderhouden. De graftekens en hun omgeving moeten voortdurend in perfecte staat van bewaring en onderhoud gehouden worden. Ze moeten ook proper zijn. De verantwoordelijke families of belanghebbenden moeten elk grafteken dat bouwvallig of vervallen is herstellen of wegnemen.
Onderhoudsverzuim, dat verwaarlozing van het graf tot gevolg heeft, wordt door de burgemeester in een akte vastgesteld. Deze akte blijft een jaar lang aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats.
Het algemeen onderhoud van de begraafplaatsen, waaronder bijvoorbeeld het herstellen van verzakkingen rond de grafzerken en het maaien van het gras, moet gebeuren door gemeentebestuur.